Deugen mensen nou wel of niet? Veel mensen putten hoop uit het boek van Rutger Bregman, getiteld de meeste mensen deugen. De vraag is altijd leuk om over te filosoferen met kerst en corona, maar wetenschappelijk gezien is het een onzinnige vraag. Een longread over deugen en hoe een betere wereld te maken.
De discussie over deugen is geen ijdel filosoferen, maar heeft concrete gevolgen. Hoe hard zet je in op het opsporen en voorkomen van fraude (denk aan de toeslagenaffaire)? In welke mate vertrouw je medewerkers? Menig managementgoeroe beweert dat als je mensen vertrouwen geeft, zij het juiste zullen doen. Dat is een mooie en hoopvolle gedachte. Het is niet voor niets dat het boek van Bregman zo populair is. Deugen is een vraagstuk dat ook weer actueel wordt in de corona crisis: kun je de burger vertrouwen op dat hij/zij het juiste doet (ze deugen) of moet je streng gaan handhaven (ze deugen niet). Het is overigens interessant te zien dat wanneer onze gezondheid op het spel staat er opeens een stuk minder vertrouwen is in het deugen van de medemens.
De stelling dat de meeste mensen deugen is onzinnig, maar niet omdat het tegendeel waar is. De reden is omdat er geen eenduidig antwoord mogelijk is op de vraag of mensen deugen. In de loop van dit artikel zal duidelijk worden dat in sommige situaties mensen meer/minder deugen en dat sommige mensen van nature meer/minder deugen. Daar komt bij dat ons idee over wat deugen is evolueert. Het was bijvoorbeeld niet zo heel lang geleden dat we vonden dat homo’s niet deugen. Dit alles maakt deugen een complex plaatje. Willen we de wereld een betere plek maken, dan is het echter belangrijk dat we dit complexe plaatje ontrafelen en simplistische aannames achter ons laten. In dit artikel beschrijf ik de wetenschappelijke stand van zaken m.b.t. deugen en geef drie tips voor wereldverbeteraars.
Wat is deugen?
Deugen wordt in de psychologie ook wel prosociaal gedrag genoemd. Mensen die prosociaal zijn helpen hun medemens graag en zijn eerlijk in interacties. Mensen die niet deugen vertonen juist antisociaal gedrag. Ze liegen, bedriegen en benadelen anderen. Dit is in lijn met de wetenschappelijke literatuur (Al-Yaaribi et al, 2016), met hoe de meeste mensen het zullen begrijpen en met hoe Bregman het lijkt te bedoelen. Deze beschrijving laat uiteraard nog ruimte voor moraalfilosofen en hier kom ik zeker op terug. Voor nu houden we het op wel/niet deugen als prosociaal/antisociaal gedrag.
Prosociaal gedrag (deugen) zit in ons DNA
Om de logica van deugen goed te begrijpen moeten we dit gedrag in een evolutionaire context plaatsen. Mensen zijn sociale dieren voor wie samenwerken en samen leven een kwestie van overleven is. Prosociaal gedrag (deugen) zit daarom in ons DNA. Dit wil echter niet zeggen dat het (vanuit een biologisch perspectief) altijd slim is om prosociaal te zijn. Evolutie is geen moralist en heeft uitermate pragmatische overwegingen in ons brein gebouwd. Het gevolg is dat we in sommige situaties deugen, terwijl we in andere situaties minder bewonderenswaardig gedrag laten zien.
Wanneer deugen we niet?
Een manier om mensen minder te laten deugen is ze macht te geven. Macht corrumpeert immers. Deze observatie wordt ondersteund door een indrukwekkende hoeveelheid onderzoek. Geef mensen macht en ze worden minder sociaal. Hier ligt een evolutionaire logica onder: heb je macht, dan ben je niet afhankelijk van anderen, je kunt hen immers dwingen te doen wat jij wilt. Samenwerking is afhankelijk van wederzijdse goede wil en eerlijkheid, heb je macht dan kan dat de deur uit. Uiteraard is het in de praktijk niet zo zwart-wit, maar macht heeft wel duidelijk een negatief effect op prosocialiteit. Met macht deugen we gemiddeld minder.
Kijk ook dit filmpje over wat macht met ons brein doet
Ons brein maakt zo automatisch overwegingen over wel of niet deugen. Een ander voorbeeld hiervan is transparantie. Wanneer je gedrag zichtbaar is voor de wereld, is de kans groter dat je jezelf netjes gedraagt. Of zoals een wetenschapper ooit opmerkte: watched people are good people. In een serie experimenten werd zelfs laten zien dat het ophangen van een foto met daarop ogen mensen eerlijker maakt. Wanneer anderen je slechte gedrag zien zullen ze over je praten en wordt je daardoor voor meer mensen een minder aantrekkelijke samenwerkingspartner. Dat laatste was voor onze voorouders een serieus risico. Reputatie (hoe er over je gesproken wordt) is daarom evolutionair gezien belangrijk. Ziet niemand wat je doet, dan gaat het eigenbelang automatisch meer opspelen. Meer eigenbelang en minder transparantie leidt zo voorspelbaar tot minder deugende mensen.
Geef mensen een sterk gezamenlijk belang en ze gaan meer deugen
Neem het volgende experiment. Een groep studenten doet mee aan een quiz. Ze krijgen 10 vragen en voor elke goede vraag krijgen ze een euro. De docent leest de vragen voor, de studenten schrijven op wat zij denken dat het antwoord is. Na de laatste vraag verteld de docent de antwoorden, zodat ze zelf kunnen nakijken. Het enige dat de studenten vervolgens moeten doen is naar de docent lopen, vertellen hoeveel vragen ze goed hadden en hun beloning in ontvangst nemen. Hun eigen antwoordenblad hoeven ze niet te laten zien. De studenten kunnen dus liegen, hebben een belang te liegen en blijken in de praktijk ook in meerderheid te liegen bij dit type experimenten. Het is dus niet zo dat mensen betrouwbaarder worden als we ze meer gaan vertrouwen. Mensen deugen vooral als het zichtbaar is wat ze doen.
naïeve aannames over deugen maken dat we niet goed genoeg nadenken over omstandigheden
Macht en transparantie zijn slechts twee omstandigheden die mensen meer of minder kunnen laten deugen. Een ander voorbeeld is de belangenverhouding. Geef mensen een sterk gezamenlijk belang en ze gaan meer deugen, geef ze strijdige belangen en ze gaan minder deugen. Geef ze bijvoorbeeld de indruk dat er schaarste ontstaat en ze gaan WC papier hamsteren. Of mensen deugen is in hoge mate afhankelijk van omstandigheden. Dit is een belangrijk gegeven, want naïeve aannames over deugen maken dat we niet goed genoeg nadenken over die omstandigheden. Dit niet doen opent ook de deur voor mensen die van nature niet deugen.
Wie deugt er niet?
Net zoals sommige mensen slimmer zijn dan andere, zo deugen sommige mensen van nature meer dan anderen (en slimmer zijn betekent niet dat je meer deugt). Met andere woorden, sommige mensen gaan eerder liegen, bedriegen en vals spelen dan andere. De relevante persoonlijkheidsdimensie hier is integriteit (Hexaco: honesty-humility). Deugen is net als andere mentale eigenschappen normaal verdeeld. Dit wil zeggen dat er een kleine groep is die heel erg deugd, een kleine groep die echt niet deugd en een grote groep die daar ergens tussenin zit.
Persoonlijkheid interacteert uiteraard met omgeving. Geef iemand die niet deugd macht en zijn ware aard komt boven. Diezelfde persoon kan echter best OK lijken in meer gunstige omstandigheden (zoals een situatie zonder machtsverschillen, veel transparantie en een helder gezamenlijk belang). Voor iemand die juist heel erg deugd, kan iets soortelijk gebeuren. Terwijl hij in normale omstandigheden niet opvalt, ontpopt hij zich in de meest duistere omstandigheden als een lichtend voorbeeld van integriteit (en hij verteld ook als enige aan de docent hoeveel vragen hij echt goed had).
The only thing necessary for the triumph of evil is for good men to do nothing
Het probleem met mensen die niet deugen is dat ze veel schade kunnen aanrichten. Zelfs in redelijk gunstige omstandigheden kunnen zij als rotte appel eenvoudig de mand verpesten. Niet deugers terroriseren regelmatig gezinnen, teams of soms hele organisaties. Wanneer een niet deuger ook nog eens veel macht heeft, kan de rotte appel een hele boomgaarde verpesten. Wanneer niet-deugers de boel verpesten wordt vaak de achilleshiel van deugen zichtbaar. Mensen die deugen of die geloven in het deugen der mensen zijn vaak minder bereid hard op te treden tegen mensen die niet deugen. Het niet deugen wordt wegverklaard (hij had een slechte jeugd) of weggepoetst (hij bedoeld het niet zo). Het is exact om die reden dat de niet-deuger zijn destructieve invloed kan ontwikkelen. De Brits-Iers filosoof en politicus Edmund Burke (1729 – 1797) verwoorde het zo: “The only thing necessary for the triumph of evil is for good men to do nothing.”. We moeten niet bang zijn voor de mensen die niet deugen, maar voor de bange deugers.
Deugen in de samenleving
Tot nu toe zijn we uitgegaan van een relatief eenvoudige definitie van deugen, nml deugen als prosocialiteit. Het is echter niet altijd duidelijk wat dit betekent in onze moderne samenleving. Wat als je gender-neutrale WC’s onzin vindt? Voor velen deug je dan echt niet, voor anderen ben je juist een bange deuger als je er in meegaat. Hier wordt deugen meer een kwestie van persoonlijke voorkeur of politieke ideologie. En hier kan het heel snel heel erg fout gaan.
Een gevaarlijk misverstand is om te denken dat anderen anders over morele issues denken dan jij omdat ze dom zijn, onwetend of niet deugen. Mensen verschillen in hoe ze denken over sociale vraagstukken en die verschillen komen deels voort uit verschillen in persoonlijkheid. Sommige mensen vinden het bijvoorbeeld erg belangrijk de zwakkeren in de samenleving te helpen, terwijl anderen meer worden gemotiveerd om op te treden tegen niet deugers. De een is voor hogere uitkeringen, de ander voor meer politie. De verschillende perspectieven raken vaak gegroepeerd onder verschillende politieke labels, waarvan de belangrijkste uiteraard links en rechts zijn.
Lees meer over de evolutionaire perspectieven op politieke polarisatie
Polarisatie in de samenleving ontstaat voor een belangrijk deel door de morele framing van de verschillende perspectieven op een betere samenleving. Mensen met een andere politieke visie hebben niet gewoon een andere mening, nee, ze deugen niet. Dit is een gevaarlijke ontwikkeling, want morele polarisatie heeft een duidelijk eindstation: geweld. Wanneer de ander slecht is, moet deze gestopt worden, koste wat het kost. Willen we het als samenleving leuk houden, dan is het belangrijk deze morele framing van het maatschappelijk debat te minimaliseren. We moeten er uiteindelijk samen uit komen of we toiletten gender neutraal willen maken.
Terug naar Rutger
Ik heb het boek van Rutger Bregman niet gelezen. Ik lees veel, maar ben noodgedwongen selectief. De stukjes tekst die enthousiaste lezers mij voorlegden kwamen mij als eenzijdig en soms zelfs als onzinnig voor. Zo beschrijft Bregman dat onze voorouders vredelievend waren en oorlog pas ontstond met de opkomst van grootschalige hiërarchische samenlevingen. Ik zal de lezer hier niet teveel deprimeren met de feiten, laat ik het er op houden dat in de gemiddelde jager-verzamelaar groep het percentage mannen dat een gewelddadige dood sterft ongeveer het tienvoudige is van de percentages in onze meest geweldadige steden. Conflicten tussen groepen speelden zich uiteraard op veel kleinere schaal af, maar een veel groter deel van de groep werd er slachtoffer van dan in onze moderne samenleving (zelfs vergeleken met de meest gewelddadige periodes uit de 20e eeuw). Archeologische data ondersteund dit beeld (zie overzicht hier). Al lijkt Bregman het tegendeel te suggereren, wij hebben in onze moderne wereld de ideale omstandigheden voor deugen gecreëerd.
This is not history but mythology
Ik krijg sterk de indruk dat Bregman vanuit een links ideologisch perspectief redeneert en de klassieke fout maakt die alle ideologisch gemotiveerde denkers maken: confirmation bias. Critici uit relevante vakgebieden stellen dat hij de weinige wetenschappers die het met hem eens zijn aan het woord laat en het overweldigende bewijs uit antropologie, archeologie, primatologie en evolutionaire psychologie negeert. Zoals de antropoloog William Buckner schrijft in zijn review van de internationale uitgave van het boek: “Bregman presents hunter-gatherer societies as being inherently peaceful, antiwar, equal, and feminist likely because these are commonly expressed social values among educated people in his own society today. This is not history but mythology”.
Willen we de wereld echt een betere plek maken, dan zijn naïeve denkbeelden (positief of negatief) en mythologie doodlopende paden. Een meer vruchtbare route is wetenschappelijke kennis over onze menselijke natuur toe te passen in maatschappelijke vraagstukken.
Ter vergelijking: in Nederland lag dit percentage in 2018 op 0,0007%, in de VS op 0,0043%. De tweede wereldoorlog kostte de VS 0,3% van haar bevolking, in Nederland ligt dat percentage met 2,4% aanzienlijk hoger, wat vooral komt door de circa 100.000 Nederlandse joden die zijn vermoord.
De wereld een betere plek maken
Hoe creëren we een samenleving waarin meer mensen deugen, een samenleving waarin meer mensen bereid zijn zich in de zetten voor het grotere goed en het gezamenlijk welzijn? Op basis van voorgaande kunnen drie belangrijke aandachtspunten worden geïdentificeerd:
1. Creëer omstandigheden waarin mensen deugen.
2. Zorg dat mensen die niet deugen geen invloed krijgen.
3. Maak het maatschappelijk debat minder moralistisch.
Bepalen wie wel en wie niet deugt mag nooit een kwestie van politiek-ideologische voorkeur zijn. Uiteindelijk moet dit gaan over hoe iemand in elkaar zit en wat hij of zij doet. Hoe iemand in elkaar zit is niet eenvoudig vast te stellen, maar is ook niet onmogelijk. Ontwikkelingen in persoonlijkheidspsychologie geven ons steeds meer handvatten en strategieën om hier zicht op te krijgen. Zeker wanneer de omstandigheden niet ideaal zijn, is het belangrijk hier zicht op te krijgen. Omstandigheden kunnen vaak veel beter, hier valt veel winst te behalen. In organisaties kunnen we door goed te kijken naar mechanismen voor beoordeling en beloning veel doen om mensen meer prosociaal te maken (aandachtspunt 1). Het is echter ook belangrijk om bij promotie te kijken naar integriteit om zo te voorkomen dat de rotte appels in de mand meer invloed krijgen (aandachtspunt 2).
Lees hier meer over initiatieven om meer prosociale omgevingen te creëren
De grootste uitdaging is waarschijnlijk het derde punt, hoe het gedeug in het maatschappelijk debat aan banden te leggen. Aan deze vraag kan ik geen recht doen in een enkele paragraaf. Ik kan wel een tip geven over waar zelf te beginnen. Stap 1 is je te realiseren dat jouw visie op de maatschappij en jouw morele overtuigingen sterk beïnvloed worden door jouw persoonlijkheid en jouw situatie. Dit laatste punt heb ik eerder proberen te maken met betrekking tot een andere discussie die sterk gepolariseerd is: de corona-discussie (zie artikel hier). Stap weg van je morele zekerheid en benader het gesprek met het uitgangspunt dat de ander waarschijnlijk ook het beste voor heeft met de wereld en mogelijk iets weet wat jij niet weet. Doe je dit oprecht, dan zet je de eerste stap naar een betere wereld.