Macht doet iets met ons, vaak ongemerkt en niet altijd positief. In dit tweede artikel over macht (lees hier eerste) ga ik in op de effecten van macht op onze gedrag en hoe dit mensen verschillend kan raken.
In een experiment van professor Deborah Gruenfeld van de Stanford Business School studenten verdeeld in groepjes van drie die samen een paper moesten schrijven. In elk groepje werd willekeurig een student aangewezen die de andere twee moest beoordelen. Deze beoordeling bepaalde de hoogte van de beloning die de twee andere studenten kregen. Zo ontstond een machtsverhouding die vergelijkbaar is met die van leidinggevenden in organisaties. Tijdens het experiment kreeg elk groepje een schaal koekjes. De onderzoekers observeerden vervolgens het eetgedrag van de studenten. Wat bleek: studenten die de beoordeling moesten doen namen meer dan hun deel van de koekjes, aten vaker met hun mond open en maakten meer rotzooi.
als je macht hebt hoef je niet meer samen te werken
Ik gebruik dit experiment vaak om een punt te illustreren dat uit een veelheid van onderzoek naar voren komt: macht maakt mensen minder sociaal. Dit effect blijkt redelijk diep te gaan, iemand die zich machtig voelt blijkt bijvoorbeeld ook minder in staat zich in de ander te verplaatsen (zie onderstaande afbeelding en toelichting). De onderliggende logica is eenvoudig: als je macht hebt hoef je niet meer samen te werken. Je kunt anderen immers dwingen te doen wat jij wilt dat ze doen. Als je macht hebt hoef je niet sociaal te zijn.
De opdracht in dit experiment is een E op je voorhoofd te schrijven op een manier dat de toeschouwer de letter kan lezen. Mensen bij wie een machtsgevoel werd gestimuleerd schreven de E vaker op de manier die voor henzelf leesbaar is (namen dus minder het perspectief van de toeschouwer aan).
Toch wordt niet iedereen asociaal door macht. Sterker, sommige mensen worden juist socialer. Zij ervaren hun macht als een verantwoordelijkheid die ze hebben gekregen en doen daarom hun best zich verantwoordelijk op te stellen. Volgens sommige onderzoekers is het daarom niet zo dat macht corrumpeert, maar ontmaskerd (power reveals). Ben je afhankelijk van anderen, dan moet je jezelf gedragen. Heb je macht, dan kun je jezelf zijn. Iemand die asociaal is, zal zich sociaal gedragen als hij afhankelijk is van anderen. Heeft die persoon macht, dan kan hij zijn asociale zelf zijn. Mensen die van nature zeer prosociaal zijn (gemotiveerd om anderen te helpen), ervaren macht daarentegen als iets dat hun verantwoordelijkheid naar anderen vergroot. Macht toont meer hun prosociale natuur.
Het nadeel van het power reveals idee is dat de meeste mensen geen uitgesproken aso’s of prosocio’s zijn. De meeste mensen hangen er ergens tussenin (eigenschappen zijn normaal verdeeld – zie afbeelding hier onder). Voor die grote middenmoot geld dat het hebben van macht wel degelijk een verschuiving in houding veroorzaakt. Deze verschuiving is soms subtiel, maar kan vergaande gevolgen hebben. Ik heb dit bij herhaling gezien in onderhandeltrainingen, waarbij we een van de deelnemers een (schijnbaar) sterkere positie gaven. In een zo’n oefening liep het gesprek gierend uit de hand. In de evaluatie keek iedereen naar de dame die in het gesprek minder macht had. Zij zou onnodig het gesprek hebben gesaboteerd. Het gesprek was opgenomen en toen ik de eerste drie seconden in slowmotion afspeelde werd opeens duidelijk wat de onderliggende dynamiek was. De man die we in een machtspositie hadden gezet ging met een dominante lichaamshouding tegenover haar zitten, een houding die zei: ik ga het wel even bepalen hier. Zij schrok terug (bewoog fysiek achteruit) en koos vervolgens de aanval (bewoog weer fysiek vooruit). Dit patroon herhaalde zich in verschillende gesprekken.
Slechts een minderheid van mensen is van nature echt asociaal of echt prosociaal, de meeste mensen zitten er ergens tussenin.
Rationele paranoia
Mensen houden er niet van wanneer anderen macht over hen hebben, want dit plaatst hen in een kwetsbare positie. Die macht kan immers misbruikt worden ten koste van jou en aangezien macht mensen (gemiddeld) minder sociaal maakt, is dit geen irrationele paranoia. Het gevolg is dat wanneer je macht hebt, je uitermate voorzichtig moet zijn die paranoia niet te voeden. Om vertrouwen te kunnen ontwikkelen zul je duidelijk moeten laten zien dat jij iemand bent die juist socialer wordt van macht. Dit doe je bijvoorbeeld door duidelijk te laten zien dat wanneer het er op aankomt, jij jouw persoonlijke belang ondergeschikt maakt aan het belang van de groep. Het is ook exact deze opofferingsgezindheid, die kenmerkend is voor alle grote leiders. Een ander sterk signaal is de ander respectvol behandelen, naar zijn of haar mening vragen en die mening ook echt serieus nemen. Al deze dingen hoef je in principe niet te doen als je macht hebt, het doen zegt dus iets over jouw karakter en intentie.
Het probleem van macht is dat de invloed er van op je gedrag subtiel en ongemerkt is.
Het probleem van macht is dat de invloed er van op je gedrag subtiel en ongemerkt is. De studenten in het experiment denken niet “ik doe de beoordelingen dus ik mag meer koekjes”. De persoon die de E verkeerd op het eigen voorhoofd schrijft maakt die keuze ook niet bewust. De framing van de situatie veranderd ongemerkt, waardoor zij zich anders opstellen en gedragen. Die verandering kan heel subtiel zijn. Je toont net ietsje minder respect, vraagt net iets minder naar de mening van de ander en neemt zijn of haar mening net ietsje minder serieus. Mensen nemen dat “net ietsje” (vaak onbewust) waar en reageren er (gevoelsmatig) op. Hier begint ongemerkt het vertrouwen af te brokkelen.
Op je gevoel letten
Wanneer je in een positie van macht bevind, is de grootste uitdaging om je bewust te zijn van de invloed van macht op jouw gedrag. Het beste uitgangspunt is dat het altijd invloed heeft. Denk je dat het op jou geen invloed heeft, dan loop je waarschijnlijk meer risico dat het invloed heeft. Macht is iets dat diep op ons systeem ingrijpt, iets dat je kunt ervaren op momenten waarop je macht hebt. Ga voor jezelf eens terug naar een zo’n moment en probeer jezelf in het gevoel te plaatsen dat je toen had. Dit is wat wetenschappers in experimenten doen met proefpersonen. Wat je voelt op het moment dat je jezelf hier in verplaatst, is wat proefpersonen in experimenten minder sociaal maakt. Dit is dus een gevoel om op te letten.
Het is niet dat het gevoel van macht slecht is, waar je alert op moet zijn is hoe het je in de wereld plaatst en aan anderen doet relateren. Dit kun je reframen door jezelf helder voor ogen te houden dat deze macht een grote verantwoordelijkheid is. Macht maakt jou verantwoordelijk voor het wel en wee van anderen. Hier moet je heel zorgvuldig mee omgaan.