Deze maand verschijnt de herziene uitgave van Gezag. In het kader van deze heruitgave heb ik twee artikelen geschreven over gezag. De eerste leest u hier en gaat in op de vraag wat gezag is en waarom het belangrijk is. In dit tweede artikel worden de zes principes beschreven die je helpen gezag te ontwikkelen.
De vraag waarom mensen leiders volgen was lang een raadsel voor wetenschappers. Gehoorzamen omdat iemand anders sterker is en anders je hersens in slaat is een bekend gegeven in de biologie, dit heet ook wel dominantie. Maar het vrijwillig volgen van een leider is een zeldzaamheid in de dierenwereld. Een voorbeeld dat wij in het boek Gezag gebruiken is dat van de olifant. Ook bij deze dieren is het sterkste mannetje de baas en wie de dominantiehiërarchie niet respecteert loopt het in de regel slecht mee af. Als een groep zich naar een nieuwe waterplaats verplaatst volgen de olifanten echter het oudste vrouwtje. Zij is niet het sterkste, maar heeft wel de meeste ervaring en is daarmee het meeste toegevoegde waarde voor de groep. Zij is een leider. Het voorbeeld van de olifant illustreert mooi het verschil tussen dominantie en leiderschap op basis van gezag.
De functie van leiderschap
Leiderschap gaat over de toegevoegde waarde van een individu voor de groep. Die toegevoegde waarde kan in van alles liggen, zoals in ervaring. Wanneer iemand in de groep bijvoorbeeld veel weet over noodprocedures zullen andere groepsleden automatisch naar die persoon kijken wanneer zich een noodsituatie voordoet. Een belangrijke toegevoegde waarde van leiderschap ligt in coördinatie. In samenwerking moeten groepsleden op elkaar inspelen, maar hoe meer leden een groep heeft, hoe moeilijker dit wordt. Hierdoor neemt de opbrengst van samenwerking af naarmate de groep groter wordt, een fenomeen dat ook wel coördinatieverlies heet. Wanneer er dan iemand overzicht houdt en de lijntjes aan elkaar knoopt, dan doet de groep als geheel het beter. Het is daarom in het belang van alle groepsleden om een goede leider te volgen.
Maar hoe bepalen we wie te volgen? Het is niet handig om willekeurig iemand te volgen, het succes van de groep hangt er immers van af (voor onze voorouders een kwestie van leven en dood). Evolutie heeft daarom verschillende psychologische mechanismen ingebouwd die ons helpen die keuzes te maken. Je zou dit het leiderschapsinstinct kunnen noemen. Dit instinct stelt drie vragen:
- Is leiderschap hier van belang?
- Wie in de groep kan het beste het leiderschap oppakken?
- Is deze persoon te vertrouwen?
Aan de hand van deze drie vragen zal ik de zes principes van gezag toelichten.
Is leiderschap hier van belang?
Leiderschap heeft veel waarde wanneer we als groep voor een uitdaging staan. Is dit niet het geval, dan is leiderschap irrelevant. Stel je gaat samen met een groep vrienden iets organiseren en een neemt de leiding. De leider-vriend pakt dit goed op en de groep laat haar daarom die rol pakken. Maar wat nu als het klaar is en ze probeert nog steeds de leider te zijn? Hoe reageert de groep dan? Leiderschap heeft zijn moment en het is cruciaal leiderschap te pakken als het moment daar is. Het is echter even belangrijk het los te laten als je leiderschap niet relevant is. Dit noemen wij “Ken je moment”, het eerste principe voor het verkrijgen van gezag.
Om te weten wat het moment is, maar ook om te weten wat nodig is om toegevoegde waarde te kunnen hebben voor de groep, is het belangrijk gevoel te hebben bij wat er gebeurd in de groep. Dit is het tweede principe “Leef je in”. Goede leiders hebben “feeling” met wat in de groep speelt en wat ze nodig hebben. Dit zien we ook in ons onderzoek in organisaties terug. Wanneer medewerkers het gevoel hebben dat hun leidinggevende echt begrijpt voor welke uitdagingen ze staan, dan heeft deze leidinggevende vaak meer gezag.
Wie kan het leiderschap het beste oppakken?
In de natuurlijke context is leiderschap nooit vast. De vriendin die het leiderschap oppakt bij het organiseren van een feestje is niet noodzakelijk dezelfde vriendin die het oppakt bij het gezamenlijk sporten. Mensen hebben een natuurlijke voorkeur voor bepaald type personen in bepaald type situaties. Het bekendste voorbeeld is uiteraard het verlangen naar sterke leiders in tijden van crisis. Onderzoek aan de VU laat zien dat voorkeuren kunnen verschuiven van mannelijk naar vrouwelijk en van oud naar jong, afhankelijk van hoe situaties worden geschetst.
Leiders in organisaties zijn vaak genoodzaakt leiderschap in verschillende situaties op te pakken, ook in situaties die niet noodzakelijk bij hen passen. Dit is geen probleem, maar wanneer je langdurig een rol moet aannemen die niet bij je past kan dit wel een serieus probleem worden. Los van de vraag of je de rol zelf goed kan inkleden, kan dit zeer stresserend voor jezelf worden. Daarbij ben je minder geloofwaardig, wat je gezag weer ondermijnt en zo je werk moeilijker maakt. Dit is de basis voor het derde principe “Vind je niche”. Je niche is dat type uitdaging en situatie die het beste past bij hoe jij van nature in elkaar zit. In Gezag beschrijven we een zestal van deze niches en type leiderschap.
Is deze persoon te vertrouwen?
Volgen is altijd een risico. Iemand die het leiderschap pakt heeft niet noodzakelijk te beste bedoelingen, zelfs als die persoon verder competent is. De leider kan je voor zijn karretje willen spannen of je misschien zelfs willen schaden. Het zal niet de eerste keer in de menselijke geschiedenis zijn dat een leider de onder hem of haar gestelden uitbuit of misbruikt voor eigen doeleinden. Een leider volgen betekent altijd jezelf kwetsbaar maken en dat doe je niet zomaar. Mensen zijn daarom van nature zeer kritisch op het karakter en de intenties van leiders. Om die reden is moddergooien een van de makkelijkste manieren om een verkiezing te winnen. Weet je het karakter van een leider te besmeuren, dan verliest deze direct gezag. Dit gegeven vormt de basis voor principe vier “Dien de groep” en principe vijf “Gedraag je”.
Volgers zijn zeer attent op de motieven van leiders
Volgers zijn zeer attent op de motieven van leiders, wanneer ze het gevoel hebben dat de leider er voor zichzelf staat (bijvoorbeeld voor zijn of haar carrière), haken ze vaak af. Wanneer je een groep leidt en je wilt gezag ontwikkelen, dan kan dit alleen wanneer je de oprechte intentie hebt die groep succesvol te maken. Dien de groep dus. Hier ligt ook evolutionair gezien de functie van leiderschap: de groep helpen meer succesvol te worden.
“Gedraag je” betekent dat je in je handelen altijd eerlijk en betrouwbaar bent. Dus niet met twee maten meten, je niet aan afspraken houden of halve waarheden vertellen. Alles wat mensen je integriteit in twijfel doet trekken is schadelijk voor je gezag. Dit is vaak meer een uitdaging dan leiders denken, iedereen vind zichzelf immers eerlijk. Voor leiders is het extra moeilijk omdat zij macht hebben en macht heeft vaak een negatieve impact op gedrag.
Lees ook: Wat doet macht met mensen
Ontwikkel je
Het zesde principe dat we in Gezag beschrijven is “Ontwikkel je”. Leiderschap is niet iets wat je wel of niet kan of iets dat je een keer in een cursus leert. Het gaat dan niet alleen om beter worden in je niche, maar ook beter worden in het begrijpen van mensen en bijvoorbeeld groepsprocessen. Je kunt hier deels gericht aan werken, bijvoorbeeld door het opdoen van psychologische kennis. Deels is het ook gewoon ervaring opdoen.
In het boek Gezag beschrijven we deze zes principes, hoe ze worden toegepast, maar ook waarom het soms moeilijk is ze toe te passen. Inzicht hierin kan jou als leider helpen meer gezag te ontwikkelen en zo ook effectiever te worden als leider.