Systeemdenkers zijn bedreven in het analyseren van gedragspatronen in organisaties, de onderliggende psychologie (waarom ontstaat het patroon) is echter vaak een blinde vlek. De evolutionaire psychologie kan deze blinde vlek wegnemen en de systeemdenker helpen effectiever te worden als professional. In dit artikel ga ik in op hoe deze twee perspectieven elkaar kunnen versterken.
In organisaties wordt gedrag van mensen graag begrepen in termen van individuele eigenschappen, zoals competenties, persoonlijkheid of drijfveren. Systeemdenken leert ons juist te kijken naar wat tussen mensen gebeurd, in plaats van in mensen. Gedrag ontstaat nooit in een vacuüm, het is vrijwel altijd het product van een systeem van relaties, belangen en machtsverhoudingen. Systeemdenkers zijn goed in het herkennen en benoemen van de patronen die ontstaan in dit soort systemen. Laat ik dit illustreren aan de hand van een triade. Een triade is een relatienetwerk van drie personen (het kleinste relatienetwerk). Wanneer iedereen in een netwerk een goede relatie heeft is het netwerk in evenwicht en kan het goed functioneren. Is de relatie tussen twee personen (A en B) in het netwerk echter slecht, terwijl de andere relaties (A en B met C) goed zijn, dan is het netwerk niet in evenwicht. Dit kan onder meer leiden tot spanningen in de relatie van A met C.
In de triade links is de vriend van mijn vriend mijn vijand. Deze triade is niet in evenwicht. In de triade rechts is de vijand van mijn vriend ook mijn vijand. Deze triade is wel in evenwicht.
De vraag is natuurlijke waarom de ene triade wel in evenwicht is en de andere niet. Systeemdenken gaat hier vaak niet in detail, de focus is vooral het beschrijven van patronen en wat de effecten daarvan zijn. Systeemdenken is in die zin vooral een praktische discipline. Er zijn echter altijd onderliggende mechanismen die er voor zorgen dat er bepaalde patronen ontstaan. Een zwerm vogels beweegt volgens een typisch patroon omdat evolutie beslisregels in het brein van vogels heeft gebouwd die bepalend zijn voor hun interactie met andere vogels (zoals: volg de vogel schuin voor je). Het waargenomen patroon is het product van de interactie van die beslisregels in een groep. Vrij simpele beslisregels kunnen zo uitermate complexe patronen creëren. Inzicht in die beslisregels helpt je de dynamiek in een netwerk beter te begrijpen. Als het om mensen gaat, is het de evolutionaire psychologie die deze beslisregels het beste beschrijft.
De evolutionaire psychologie
Ons brein is net als elk orgaan een product van evolutie door natuurlijke selectie. De primaire functie van een brein is om de eigenaar in staat te stellen te reageren op zijn of haar omgeving. Dit kan betekenen vluchten voor roofdieren of juist achter een prooi aangaan. Evolutie programmeert een brein om effectief op zijn omgeving te reageren. Voor de mens waren de grote uitdagingen in ons evolutionair verleden vooral effectief samen werken en samen leven. Ons brein is dan ook vooral een sociale computer. Deze programmering maakt ons uitermate sensitief voor specifieke kenmerken van onze sociale omgeving, zoals wie vrienden is met wie en wie waar staat in de sociale hiërarchie. Het creëert daarbij bepaalde typische reacties, zoals achterdocht of juist loyaliteit. De evolutionaire psychologie beschrijft deze mentale programmering, zoals waarom we gevoelig zijn voor machtsverhoudingen, waarom hier specifieke emoties een rol spelen en welke reactiepatronen we daarbij zien. Net als systeemdenkers kijken evolutionair psychologen zo naar wat er tussen mensen gebeurd. Het verschil is dat evolutionair psychologen er achter proberen te komen wat de onderliggende beslisregels zijn die het patroon vormgeven.
Neem de eerdergenoemde triades. Waarom raakt een triade uit evenwicht wanneer er een slechte relatie is tussen twee actoren? De (evolutionaire) functie van vriendschap is wederzijdse steun. Wanneer ik (Arie) ruzie heb met Boris verwacht ik daarom loyaliteit van mijn vriend Corine. Wanneer Corine een goede relatie heeft met Boris, zal Boris dezelfde verwachting hebben richting Corine. Dit plaatst Corine in een onmogelijke positie, waardoor de triade niet in evenwicht is. Heeft Corine daarentegen ook een hekel aan Boris, dan kunnen we samen optrekken tegen Boris, waardoor het geheel in evenwicht is. Deze dynamiek is een direct gevolg van het feit dat mensen langdurige relaties vormen op basis van wederkerigheid, wat ook wel vriendschap heet. Chimpansees doen dit ook en daarom spelen bij deze dieren triades ook een rol. Koeien hebben daarentegen geen enkel probleem met een gebrek aan evenwicht in hun relatienetwerk. Ook koeien zijn groepsdieren en in een kudde koeien is zeker sprake van een systeemdynamiek. Maar aangezien koeien niet aan vriendschap en coalitievorming doen, zijn triades hier niet relevant.
Theorie en praktijk
In de leergang Evolutionaire Psychologie voor Professionals (EPP) heeft een aanzienlijk deel van de deelnemers een achtergrond in systeemdenken. Mijn advies aan hen is altijd het systeemdenken als uitgangspunt te blijven gebruiken in hun werk. Systeemdenken heeft immers een sterk ontwikkelde praktische benadering en is consistent met het evolutionair perspectief. Ik druk hen dan ook op het hart klanten niet lastig te vallen met jager-verzamelaars of instinctieve mechanismen, maar het evolutionair psychologisch perspectief vooral te gebruiken om het eigen inzicht in de situatie te verdiepen. Kennis van de evolutionaire psychologie geeft de deelnemers inzicht in het waarom van de patronen en vooral ook de emotionele kant er van. Het helpt hen ook beter te begrijpen waarom bepaalde patronen ontstaan (zoals boosheid – zie dit artikel). Waarom gaan mensen roddelen of ontstaat weerstand? Dit diepere inzicht helpt hen ook betere vragen te stellen en tot betere interventies te komen.
Als evolutionair psycholoog leer ik zelf ook weer veel van systeemdenken. In de evolutionaire psychologie richt onderzoek zich op het identificeren en begrijpen van mentale mechanismen (ook wel mentale adapties). Het beschrijft echter niet de rijkdom aan patronen die we in systeemdenken terugvinden. Daarbij wordt er al helemaal niet over interventies nagedacht (iets dat ik nu probeer te veranderen met de leergang EPP). Systeemdenken helpt mij zo evolutionaire psychologie zo nog beter naar de praktijk te brengen. Al met al denk ik zo dat er een enorme waarde ligt in het combineren van deze perspectieven.