Mensen zijn kuddedieren hoor je wel eens. Conformisme, de nette term voor dit fenomeen, kan echter uitermate functioneel zijn. In dit artikel ga ik in op de psychologie van conformisme en beschrijf wanneer het ons helpt en wanneer het ons ondermijnt. En vooral: wat betekent dit in de huidige crisis.
In een klassiek experiment liet de Pools-Amerikaanse psycholoog Solomon Asch mensen de lengte van verschillende lijnen beoordelen. Van vijf lijnen was bijvoorbeeld lijn B duidelijk het langst. De meerderheid van deelnemers wees echter lijn A aan als langste lijn, een lijn die duidelijk korter was dan lijn B. Wat was hier aan de hand? Van de vijf deelnemers aan het experiment waren er vier handlangers van Asch, zij wezen A aan. Het doel van het experiment was te onderzoeken wat de vijfde, de echte proefpersoon, doet. Deze vijfde bleek in veel gevallen de groep te volgen en A aan te wijzen.
Het Asch experiment behoort tot een van de bekendste experimenten uit de psychologie. De conclusie staat nog steeds als een huis: mensen zijn conformistisch, ze hebben een sterke neiging om mee te gaan in wat de groep vind. Uiteraard zijn dat andere mensen dan wij, die kuddedieren. Zou je dit geloven, dan onderschat je de kracht en subtiliteit van dit mechanisme. Conformisme vormt vaak onbewust de manier waarop we zaken beoordelen als waar of wenselijk. Het Asch experiment trekt dit in het belachelijke, met lijnen waarvan iedereen kan zien welke de langste is. De meeste zaken in de wereld zijn echter veel minder zwart-wit. Is Android echt beter dan Apple? Is de huidige coronawet echt nodig? Overal kunnen we voors en tegens bij bedenken en je vind dan ook altijd wel een (achteraf) argument voor de keuze van je instinct.
Het feit dat iedereen iets vindt betekent nog niet dat het waar is, maar het voelt wel meer waar
De biologica van conformisme
Stel je bent op vakantie in een vreemd land en op zoek naar een restaurant. Kies je voor het volle restaurant of voor dat lege restaurant waar de ober verveelt op zijn telefoon kijkt? Uiteraard kies je voor het volle, want de kans is groot dat dit een beter restaurant is (waarom zit het anders vol). Wanneer iedereen iets doet of vindt, is het een goede gok dat dit het juiste is om te doen of te vinden. Conformisme is zo een goede beslisregel en daarom heeft evolutie het ingebouwd in ons brein. We doen dit instinctief. Uiteraard kan het ook tot zelfbevestiging leiden. Misschien was het puur toeval dat een clubje mensen koos voor het ene restaurant en maakte volgende groepje hun keuze op basis daarvan. Het feit dat iedereen iets vindt betekent nog niet dat het waar is, maar het voelt wel meer waar.
Een tweede functie van conformisme is sociale acceptatie. Wanneer iedereen in een groep iets vindt, dan wil je er niet uit liggen door iets anders te vinden. Dit klinkt misschien wat puberaal, maar bedenk dat voor onze voorouders uit de groep liggen een doodvonnis betekende. Sociale connectie is een eerste levensbehoefte, en de invulling van deze levensbehoefte heeft vergaande gevolgen voor onze gezondheid en emotioneel welzijn. Jezelf wijs maken dat je Apple echt veel beter vindt is dan een kleine prijs. Uiteraard gaat dit niet altijd op, mensen die meer status in de groep hebben, hoeven minder conformistisch te zijn en dit wordt ook in onderzoek gevonden. Hun mening wordt overigens ook vaker de nieuwe conventie, aangezien hun mening meer gewicht heeft.
Conformisme in crisis
Crisis blijkt mensen meer conformistisch te maken. Hier zijn een twee belangrijke redenen voor. Ten eerste maakt crisis het voor het individu belangrijker om binnen de groep geaccepteerd te worden. Voor onze voorouders was de groep de sleutel tot overleven en hoe groter de dreiging, hoe harder je de groep nodig hebt. Daarom zien we dat in stress situaties mensen meer behoefte krijgen aan sociale connectie en dat de afwezigheid van die connectie stress sterk doet toenemen. De tweede reden waarom we meer conformistisch worden in crisissituaties is de noodzaak van eenheid en snelle besluitvorming. We zien hier ook een behoefte aan meer directief leiderschap en een hogere bereidheid om zonder vragen te volgen. Als de ellende losbarst is er geen tijd voor discussie en geen ruimte voor verdeeldheid. Conformisme maakt de groep effectief.
you are either with us or with the terrorists
Een beangstigend bijeffect van crisis is de morele veroordeling van mensen met een afwijkende visie of mening. Vanuit het perspectief van de groep zijn deze mensen een bedreiging, zij vertragen en creëren verdeeldheid. Zij ondermijnen de effectiviteit van de groep zo en zijn daarom slecht (wie anders dan een slecht iemand zou zoiets doen immers). Dissidenten worden weggezet als verraders of mensen met bedenkelijke motieven. Dit zal uiteraard de neiging tot conformisme weer versterken, je wilt je immers niet de woede van de groep op de hals halen.
Deze situatie creëert uiteraard een perfecte omgeving voor machthebbers die hun plannen willen doorvoeren. Iedereen met een andere mening is immers een verrader. Of zoals George Bush het verwoorde in de aanloop naar de langstlopende oorlog in de Amerikaanse geschiedenis: you are either with us or with the terrorists. Afwijkende meningen maken je de vijand. In deze sfeer van oorlog en crisis werd de patriot act doorgevoerd (die tot grove schendingen van burgerrechten leidde) en werd Amerika onder valse voorwendselen een illegale oorlog in Irak ingeleid. Dit is de kracht van conformisme. En dit is ook de achilleshiel: wanneer de top er naast zit gaat het hele schip op de klippen. Wanneer het conformisme niet kan worden doorbroken, zal dit risico toenemen. Conformisme heeft echter de neiging zichzelf te versterken.
Vervalsing van voorkeuren
Het gevolg van een toegenomen druk om te conformeren is dat mensen zich niet meer open durven te uiten. Met andere woorden: de psychologische veiligheid in de samenleving neemt af. Dit is problematisch, omdat het juist die psychologische veiligheid is die maakt dat wij als team (Nederland) problemen kunnen oplossen. Dit is op grote schaal niet anders dan op kleine schaal, veiligheid is een belangrijke voorspeller voor de effectiviteit van samenwerking. Vaak zien we dit niet direct door een ander fenomeen dat nauw samenhangt met conformisme, preference falsification: mensen geven de indruk dat ze een andere mening hebben dan ze feitelijk hebben. Een voorbeeld van preference falsification zagen we in de voormalige Oostbloklanden. Niemand durfde zijn mening te uiten, waardoor iedereen met een afwijkende mening de indruk kreeg de enige met die mening te zijn. Dit voedt uiteraard weer het conformisme. Toen uiteindelijk de Berlijnse muur viel, bleek opeens dat de overgrote meerderheid het communisme verafschuwde. Niemand zag deze snelle val aankomen, omdat wat mensen werkelijk dachten buiten het zicht was.
Conformisme is zo een zelfversterkend proces dat uiteindelijk iedereen met een afwijkende mening de mond snoert. Behalve die enkele Asch-negative persoon dan, die vreemde vogel die toch B aanwijst. Deze mensen zijn er altijd, in het voormalige Oostblok werden er plaatsen voor vrijgehouden in psychiatrische inrichtingen. Wat in de huidige crisis helpt is dat de dissidenten zich in het goede gezelschap bevinden van mensen die 5G masten in brand steken. Het gevaar van morele veroordeling, uitsluiting en het label complotdenker maakt dat menig wetenschapper en bestuurder zijn of haar inhoudelijke kritiek op het huidige coronabeleid niet uitspreekt. Wie overblijft zijn de hele boze, die we weer makkelijk kunnen wegzetten als boze mensen. Dit maakt ons als team minder effectief. En terwijl we ons allemaal boos maken over racisme (een onderwerp waar je zonder veel risico boos over kunt zijn, de meeste mensen zijn immers tegen racisme), wordt een wet voorbereid die onze burgerrechten ernstig beperkt. Think about it